"Er zijn grenzen die je kunt benoemen, en er zijn grenzen die je pas voelt als je er dwars doorheen bent gegaan."
Grenzen… je komt ze op allerlei manieren tegen. Persoonlijk, moreel, geografisch, ecologisch, economisch, technologisch, juridisch… Van de huid die je lichaam omsluit tot de rand van het heelal. Van het moment waarop jij voelt: dit is mijn grens, tot de momenten waarop een samenleving samen bepaalt: tot hier en niet verder.
In dit artikel sta ik stil bij grenzen vanuit een persoonlijk perspectief. Ik neem je mee in het spanningsveld tussen doorzetten en luisteren naar jezelf. Want hoe weet je of je volhoudt vanuit kracht, of vanuit een oud patroon?
Ik laat zien welke soorten persoonlijke grenzen er zijn, hoe doorzettingsvermogen zowel een kracht als een valkuil kan zijn, én ik deel een persoonlijke ervaring waarin ik mijn eigen ultieme grens tegenkwam.
Misschien herken jij dat ook wel – dat je pas achteraf beseft wat een grens je eigenlijk probeerde duidelijk te maken.

Waar liggen jouw grenzen?
Bewust worden van je persoonlijke grenzen is niet altijd eenvoudig. Ze worden op verschillende niveaus ervaren en gevoeld; de ene grens is concreter of makkelijker te benoemen dan de andere. Dat maakt grenzen iets heel persoonlijks. Hieronder geef ik een overzicht van de soorten grenzen die je in jezelf kunt tegenkomen:
Psychologische grenzen
- Deze gaan over je gedachten, overtuigingen, waarden en meningen.
- Ze helpen je om trouw te blijven aan jezelf, ook als anderen iets anders vinden.
Voorbeeld: “Ik kies ervoor om hierover anders te denken dan jij.”
Emotionele grenzen
- Betreffen je gevoelens en hoe je hiermee omgaat in contact met anderen.
- Ze zorgen ervoor dat je niet overspoeld raakt door de emoties van anderen of jezelf voortdurend moet aanpassen.
Voorbeeld: “Ik merk dat dit me raakt, ik heb even tijd nodig om het te verwerken.”
Fysieke grenzen
- Gaan over je lichaam, persoonlijke ruimte, aanraking en privacy.
Voorbeeld: “Ik voel me ongemakkelijk bij een knuffel, ik geef liever een hand.”
Energetische grenzen
- Hebben te maken met wat je ‘aankan’ qua prikkels, energie van anderen of omgevingen.
- Vooral belangrijk voor hoogsensitieve mensen.
Voorbeeld: “Na een drukke dag heb ik stilte nodig om weer op te laden.”
Tijdgrenzen
- Gaan over hoeveel tijd je aan iets of iemand wilt besteden.
- Ze helpen je bij het bewaren van balans tussen verplichtingen en rust.
Voorbeeld: “Ik kan nu een half uur met je bellen, daarna heb ik iets anders nodig.”
Communicatiegrenzen
- Gaan over wat je wel of niet bespreekbaar wilt maken of welke toon je accepteert.
Voorbeeld: “Ik wil graag praten, maar niet als er geschreeuwd wordt.”
Relationele grenzen
- Betreffen de afspraken, rollen en verwachtingen binnen een relatie.
- Denk aan vriendschappen, familie, werk of liefdesrelaties.
Voorbeeld: “Ik ben je vriendin, maar ik ben niet je therapeut.”
Professionele grenzen
- Helpen je om werk en privé gescheiden te houden.
- Ook belangrijk in rollen met verantwoordelijkheid (zoals hulpverlener, coach, leidinggevende).
Voorbeeld: “Ik ben na 18.00 uur niet meer bereikbaar voor werkmail.”
Spirituele grenzen
- Gaan over je persoonlijke levensbeschouwing of geloof.
- Je mag zelf kiezen waar je wel of niet in mee wilt gaan.
Voorbeeld: “Ik respecteer jouw rituelen, maar ik vier dat zelf niet.”
Naast al deze lagen geloof ik dat ieder mens ook ultieme grenzen kent. Grenzen die je niet bedenkt, maar voelt – vaak pas op het moment dat je ze bereikt.
Soms ontdek je ze als je lichaam uitvalt, je emoties overspoelen, of er ineens iets niet meer lukt. Het zijn grenzen die je tegenkomt als alles in je ‘nee’ zegt en aangeven: hier houdt het op – zo kan het niet langer.
Ze zijn vaak onzichtbaar voor de buitenwereld, maar diep voelbaar vanbinnen. En juist omdat ze zo fundamenteel zijn, vragen ze om erkenning. Van jezelf, en van een ander.
Deze ultieme grenzen kunnen ons iets belangrijks vertellen, als we bereid zijn stil te staan. Over wat ons uitput, wat ons beschermt, en wat we misschien te lang hebben genegeerd.
Waartegen beschermen ze ons eigenlijk?
Tegen overbelasting? Tegen het voortdurend aanpassen? Tegen het vergeten van wat jij zelf belangrijk vindt? Of misschien wel tegen het herhalen van een oud patroon – steeds maar doorgaan, terwijl je eigenlijk behoefte hebt aan rust, erkenning of steun?
Alleen als we durven luisteren, kunnen we ontdekken wat deze grens ons écht wil zeggen.
Een moment voor jezelf…
- Herken jij op dit moment ergens in je leven een grens?
- Is dat een grens die je zelf hebt gesteld, of één die je pas opmerkt als het eigenlijk al te veel is geweest?
- Wat zegt je lichaam je, wat je hoofd misschien nog negeert?
In het volgende deel van dit artikel zoom ik in op deze diepere laag van grenzen, en hoe die samenhangt met doorzetten. Daarbij deel ik ook een persoonlijke ervaring waarin ik leerde dat ik een ultieme grens bereikte en wat dit voor mij betekende.
Doorzetten – kracht of overleving?
Doorzetten lijkt krachtig. Maar wanneer helpt doorzetten je vooruit, en wanneer niet omdat je het contact met jezelf verliest in een poging vol te houden?Doorzettingsvermogen wordt vaak gezien als een waardevolle eigenschap: volhouden, ook als het moeilijk wordt. Sommige mensen lijken ermee geboren, ze hebben van nature veel wilskracht of innerlijke motivatie.
Toch is doorzettingsvermogen niet alleen iets aangeborens. Het wordt ook gevormd door je omgeving, opvoeding en ervaringen. Bijvoorbeeld als je hebt geleerd dat falen onveilig is, of dat je alleen wordt gezien als je presteert.
Bij sommige mensen ontstaat doorzetten als een overlevingsstrategie. Niet omdat ze het willen, maar omdat het moest. Ze kregen geen steun of erkenning, leerden op wilskracht te overleven, voelden zich verantwoordelijk voor anderen of konden geen beroep doen op hulp. Doorgaan wordt dan een manier om te blijven staan.
Dit type doorzettingsvermogen kan eruitzien als kracht en roept vaak bewondering op. Maar het is vaak een patroon van overleven: geen grenzen voelen, doorgaan ondanks uitputting of geen hulp durven vragen.
Dan is het niet langer een vrije keuze, maar kan het voelen als een beschermlaag – een manier om pijn of eenzaamheid niet te hoeven voelen. Het is dan eerder: "volhouden om te blijven bestaan", dan "bewust doorzetten omdat het je verlangen is."
In mijn praktijk zie ik hoe doorzetten enerzijds kracht en veerkracht kan laten zien, maar anderzijds ook voortkomt uit een behoefte om pijn of onveiligheid te vermijden – vooral als er eerder geen steun of erkenning was, en iemand wel móest doorgaan om zich staande te houden. Ik weet dat niet alleen van anderen, ik heb het zelf ook ervaren.
Wanneer doorzetten niet meer werkt
Mijn persoonlijke geschiedenis heeft me geleerd hoe dun de lijn soms is tussen doorzetten en jezelf verliezen.
Toen ik acht jaar oud was, verhuisden we naar Trinidad. Daar ging ik naar een Engelstalige school, geleid door nonnen. De Engelse lessen voorafgaand aan mijn schooltijd hadden me onvoldoende voorbereid op de werkelijkheid.
De eerste maanden waren dan ook verwarrend en moeilijk: het schoolsysteem was totaal anders dan ik gewend was, de taal vormde een barrière voor contact en ik was onbekend met religie en de aanwezigheid van nonnen.
In de eerste weken lukte het me niet om mijn huiswerk af te krijgen vanwege de taal. Op een dag werd ik daarom ten overstaan van de hele klas geslagen met een liniaal. Het was niet zozeer de pijn die me raakte, maar de schok: dat een juf mij lijfelijk strafte zonder oog te hebben voor mijn onvermogen – en de schaamte die ik voelde omdat ik iets fout had gedaan.
Die ervaring, en er zouden er nog meer volgen, zorgde ervoor dat ik ben gaan volhouden. De motivatie om te willen begrijpen en kunnen, die ik van nature had, werd nu versterkt door iets anders: ik wilde pijn, schrik en schaamte vermijden.
In de jaren die volgden werd volhouden steeds normaler voor mij. Soms had dat een positief effect. Bijvoorbeeld toen ik niet kon accepteren dat ik onvoldoendes haalde voor wiskunde. Ik besloot dat ik er examen in wilde doen en oefende net zolang tot ik het onder de knie kreeg. Met een ruim voldoende als resultaat.
Maar het had ook een keerzijde. Mijn neiging om alles ‘gewoon te doen’ – ook als het me veel spanning gaf – begon me op te breken. In mijn toenmalige werk werd zichtbaarheid steeds belangrijker. Ik moest voorlichting geven, voorzitten, presenteren. Van buiten zag niemand wat aan me, ik deed het ogenschijnlijk prima. Maar vanbinnen was ik angstig, sliep slecht en voelde me misselijk. Toch bleef ik mezelf dwingen om door te gaan. Tot het moment dat ik samen met een onbekend persoon iets moest presenteren. Vlak voordat ik naar binnen ging werd ik overvallen door een paniekaanval. Die ervaring was zó heftig, dat ik wist: 'dit is mijn ultieme grens.'
Als ik nu terugkijk, zie ik dat mijn grenzen me probeerden te beschermen:
- Tegen het voortdurend aanpassen aan een wereld die ik niet goed begreep, zoals toen ik als kind ineens op een Engelstalige school terechtkwam
- Tegen het vergeten van wat ik zelf nodig had, zoals later in mijn werk, waar zichtbaar zijn belangrijker werd dan mezelf veilig voelen
- Tegen het herhalen van een oud patroon: gewoon maar doorgaan en signalen negeren, terwijl ik eigenlijk behoefte had aan rust, veiligheid en erkenning.
Die grenzen waren niet altijd helder voor mij of uitgesproken, maar ze raakten aan meerdere lagen: mijn emotionele, psychologische, relationele en soms zelfs fysieke grenzen. Ik herkende mijn grenzen lange tijd niet. Pas later besefte ik hoeveel ze me eigenlijk probeerden te vertellen.
Pas toen ik leerde luisteren, durfde te stoppen en te voelen wat ík nodig had, begon ik mijn relatie met doorzetten anders te bekijken en stap voor stap te veranderen. Niet alles hoeft, niet alles moet. Sommige dingen kan ik maar beter níét doen, of op een manier die wél klopt voor mij.
En jij? Herken jij hier iets van?
- Heb jij weleens zo’n ultieme grens gevoeld: "tot hier en niet verder"?
- Durf jij de volgende vraag aan jezelf te stellen: “zet ik door vanuit kracht of vanuit gewoonte of overleving”?
Met deze vijf vragen onderzoek je of jouw doorzetten voortkomt uit kracht of uit een oud patroon.
1. Wat levert dit doorzetten me op de lange termijn op? (Geeft het energie, voldoening, groei – of vooral uitputting, stress etc.?)
2. Doe ik bepaalde dingen omdat het moet, of voelt het als een vrije keus?
3. Wat gebeurt er als ik stop of pauzeer? Voel ik dan ruimte van binnen of gevoelens van schuld, angst of onrust?
4. Zou ik dit ook doen als niemand het ziet of waardeert?
5. Wat zou er gebeuren als ik níét doorzet: wat raakt dat in mij?
Zet je door vanuit kracht, blijf dat vooral doen. Maar merk je dat je doorgaat tegen jezelf in? Dan nodigen de signalen je misschien uit om stil te staan. Door hiernaar te luisteren, leer je je grenzen beter kennen en dat levert je op de lange termijn juist méér op.
Tot hier … en nu jij!
Luisteren naar je grens ís zelfliefde zoals Brené Brown zegt:
"Grenzen stellen vraagt moed om van jezelf te houden, zelfs als dat betekent dat je anderen teleurstelt."
Reactie plaatsen
Reacties