Mijn man en ik kennen elkaar al bijna veertig jaar. We houden van elkaar, zijn allebei in Nederland opgegroeid, spreken dus dezelfde taal en hebben dezelfde culturele achtergrond.
We hebben een vergelijkbaar opleidingsniveau en delen grotendeels dezelfde normen en waarden. Toch hadden we jarenlang regelmatig forse discussies en hoogoplopende emoties.
Waarom?
Waren we zo verschillend dat we steeds in de clinch lagen?
Waren we uit elkaar gegroeid in gevoel?
Of speelde er iets anders?
Acht jaar geleden kregen we een antwoord dat veel verklaarde. Er is sprake van autisme bij mijn man en dus hebben we te maken met twee verschillende breinsoorten die ieder op eigen wijze informatie verwerkt.
Maar wat ons pas écht de ogen opende, was het besef dat veel van onze verhitte discussies voortkwamen uit iets ogenschijnlijk eenvoudigs: we spraken dezelfde woorden, maar gaven er een andere betekenis aan.
Met dit artikel wil ik onze eyeopener delen, in de hoop dat het ook andere stellen in een neurodiverse relatie herkenning en houvast biedt.

Neurodiversiteit: hoe verschillend breinen werken
De term neurodiversiteit verwijst naar de natuurlijke variatie in hoe menselijke breinen werken. Net zoals mensen verschillen in uiterlijk of karakter, verschillen we ook in hoe we denken, voelen, leren en informatie verwerken.
Binnen die diversiteit spreken we over:
- Neurodivergent: mensen van wie het brein op een andere manier functioneert dan gemiddeld, bijvoorbeeld bij autisme, ADHD of dyslexie.
- Neurotypisch: mensen van wie het brein functioneert op een manier die overeenkomt met de meerderheid van mensen, en daardoor in onze samenleving als ‘standaard’ wordt gezien.
Geen van beide is beter of slechter; het zijn gewoon verschillende manieren waarop het brein het leven beleeft en begrijpt.
Onderstaande tabel beschrijft globaal hoe twee verschillend werkende breinen informatie, emoties en taal op een andere manier kunnen verwerken.
Aspect | Neurodivergent brein | Neurotypisch brein |
---|---|---|
Taalverwerking | Begrijpt taal letterlijk en feitelijk. heeft liever duidelijke, eenduidige taal. | Begrijpt taal ook via toon, sfeer en intentie (onderliggende boodschap). Leest tussen de regels door en gebruikt meer beeldende taal. |
Informatieverwerking | Verwerkt informatie stap voor stap en let sterk op details. Kan overprikkeld raken door te veel input tegelijk. Heeft behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid. | Verwerkt informatie meer als geheel en wat globaler. Ziet snel verbanden en kan nuanceren. |
Emotieverwerking | Emoties worden vaak sterk of juist vertraagd ervaren. Soms is het moeilijk om een gevoel direct te herkennen of onder woorden te brengen. | Emoties worden meestal sneller herkend en benoemd. Verbindt emoties vanzelf aan wat er gebeurt of aan de sfeer in het moment. |
Sociale situaties | Worden eerder benaderd als iets wat begrepen of geanalyseerd moet worden; Signalen zoals gezichtsuitdrukking of toon zijn niet altijd meteen duidelijk, maar kunnen wel bewust worden geleerd. | Voelt sociale signalen meestal vanzelf/intuïtief aan. Let op toon, houding en kleine veranderingen in gedrag. |
Leren | Leert sterk via herhaling, logica, patronen of eigen interesse. | Leert vaak via voorbeelden of contact met anderen. Pikt sneller op wat bedoeld of verwacht wordt. |
Vanuit onze ervaring kunnen we wel zeggen dat twee verschillend werkende breinen invloed hebben op het dagelijks leven, zoals in:
- Communicatie: woorden kunnen voor ieder iets anders betekenen, waardoor je langs elkaar heen praat.
- Opvoeding: uitleg of afspraken worden letterlijk of juist te vrij geïnterpreteerd.
- Emotionele nabijheid: zinnen als “ik ben er voor je” of “laat maar, ik red me wel” kunnen voor ieder iets heel anders betekenen. De één hoort geruststelling, de ander voelt juist afstand.
- Grenzen en behoeften: “ik heb rust nodig” klinkt voor de één als een behoefte aan stilte, en voor de ander misschien als afwijzing.
- Sociale situaties: toon en intentie van anderen worden anders gelezen en kan leiden tot verwarrende situaties.
- Zelfbeeld: steeds niet begrepen worden kan leiden tot onzekerheid.
- Seksualiteit en verbinding: woorden als intimiteit of seksualiteit roepen verschillende beelden op en daarmee verschillend gedrag.
We spraken dezelfde taal, maar hoorden iets anders
Even terug naar 2017; we kregen te horen dat er bij mijn man sprake is van autisme. Voor hem kwam dat als een complete verrassing; hij had het nooit vermoed. Voor mij voelde het dubbel: een opluchting omdat mijn observaties werden bevestigd, maar ook verdrietig dat we dit pas ontdekten op zijn vijftigste.
We kregen een paar gesprekken met wat uitleg, maar daarna moesten we het zelf uitzoeken. En dat viel niet mee. Zoveel handvatten voor ons dagdagelijkse leven hadden we niet gekregen.
Tijdens een verhitte discussie vroeg ik me ineens af: hebben we het eigenlijk wel over hetzelfde woord? Ik vroeg mijn man wat het voor hem betekende, en zijn uitleg bleek totaal anders dan de mijne. Toen we het woordenboek erbij pakten, stond daar precies mijn uitleg. We spraken af: bij twijfel volgen we het woordenboek.
En plots was de discussie opgelost. Wat een openbaring.
Later gebeurde het opnieuw, en nog eens. Zo ontdekten we discussie na discussie dat ieder een eigen innerlijk woordenboek heeft, gevuld met ervaringen, beelden en betekenissen die niet altijd overeenkomen met die van de ander.
Deze eyeopener raakte ons diep. Waarom is ons dit niet uitgelegd tijdens de gesprekken met de psycholoog? We zullen toch niet het enige neurodiverse koppel zijn waarin verschil in taalverwerking speelt? Als we eerder hadden geweten dat onze discussies niet ontstond uit onwil of koppigheid, maar door een verschil in taalverwerking, hadden we elkaar veel liefdevoller kunnen benaderen.
Dat zette me aan het denken over het belang van eenduidige taal in onze relatie. Sindsdien zijn we stap voor stap bezig met de herontdekking van taal. Woorden onderzoeken, bespreken wat ze voor ieder van ons betekenen en welk betekenis we voortaan hanteren. Waar nodig voegen we gewoon nieuwe woorden toe aan ons gedeelde woordenboek.
Dat vraagt tijd, respect en geduld — maar het brengt rust, begrip en verbondenheid.
Een nieuw woord dat verbindt
Onlangs ontdekten we opnieuw dat dezelfde woorden bij ons verschillende betekenissen en belevingen oproepen. Dit keer ging het om de woorden intimiteit, sensualiteit en seksualiteit.
We besloten die woorden stap voor stap te onderzoeken. Wat betekenen ze voor ons, letterlijk en gevoelsmatig? Welke ervaringen hebben we allebei rond dit thema? Wat roept het op, en wat niet?
Voor mijn man bleek vooral het woord intimiteit lastig te plaatsen. In de volksmond — en ook in zijn begrip — betekent “intiem zijn” vaak iets seksueels: dat je seks met elkaar hebt. Voor mij gaat intimiteit juist vooral over verbondenheid, vertrouwen en nabijheid.
Om dat onderscheid voelbaar te maken, verzon mijn man een prachtig nieuw woord: verbintimiteit. Een samentrekking van verbinding en intimiteit.
Zo werd taal ineens een middel van verbinding in plaats van een bron van misverstanden.
Tot slot: maak je eigen woordenboek
Voor koppels waarin neurodiversiteit meespeelt, is dit een waardevol startpunt.
Maak samen jullie eigen woordenboek, met begrippen die belangrijk zijn in jullie relatie.
Stel vragen als:
“Wat betekent dit woord voor jou?”
“Wat voel je als ik dat zeg?”
“Wat zie jij voor je bij dat woord?”
Wanneer woorden niet meer botsen, kan begrip weer groeien en verbinding vanzelf volgen!
Reactie plaatsen
Reacties